‘Het debat over logistiek vastgoed is wel heel eenzijdig. Het verhardt en verengt’
De Tweede Kamer stemde begin vorig maand voor een motie waarin gepleit wordt voor een veel strenger beleid ten aanzien van de bouw van grootschalige distributiecentra. Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) zegde eerder al toe daarmee te komen en wordt met die motie tot spoed gemaand door de Kamer. In aanloop naar de stemming viel de term (tijdelijke) bouwstop regelmatig, maar zover wil De Jonge niet gaan. Die is dan ook van de baan, maar dat het politieke protest tegen de ‘verdozing van Nederland’ wordt steeds feller wordt, is duidelijk.
Tijd voor tegenwicht, vindt een groep bedrijven die iets in het logistieke en industriële vastgoed doet of daarvan gebruiker is. Dit voorjaar richtten zij de Dutch Industrial & Logistic Association op, Dilas. In september, toen de discussie over een bouwstop voor nieuwe dc’s volop gevoerd werd in Den Haag, trad die nieuwe brancheorganisatie voor het eerst naar buiten. De vereniging gaf daarbij aan te willen werken aan oplossingen voor de uitdagingen die de sector begrenzen. Een behoorlijke klus in deze tijd waarin het klimaat voor logistiek vastgoed steeds killer wordt. Aan bestuurslid Eelko Brinkhoff onder meer de vraag hoe Dilas dat gaat aanpakken.
Allereerst, wat is Dilas nu precies en wie vertegenwoordigen jullie?
“Dilas is een kennis- en netwerkorganisatie voor duurzame en innovatieve bedrijven die actief zijn in logistiek en industrieel vastgoed of gebruiker van die gebouwen zijn. Daarbij moet je denken aan logistiek dienstverleners, producenten, projectontwikkelaars, beleggers, gronduitgiftebedrijven en makelaars. Gezamenlijk willen we ons inzetten voor het duurzaam en maatschappelijk verantwoord doorontwikkelen van de bedrijfstak. We zijn met z’n vijven begonnen en inmiddels hebben tientallen bedrijven en kennisinstellingen zich bij ons aangemeld. Wie ook wil meedoen, is van harte welkom.”
Er is veel weerstand tegen nieuw logistiek vastgoed. En ook wat er staat, krijgt niet veel handen op elkaar. Hoe staat Dilas daar tegenover?
“Die kritiek is voor een deel terecht. Er zijn inderdaad distributiecentra die niet op de juiste plek staan en er is logistiek vastgoed dat niet de schoonheidsprijs verdient of niet geweldig in de omgeving is ingepast. Maar het debat daarover is momenteel wel heel eenzijdig. Het verhardt en verengt. Vaak wordt alles over één kam geschoren en worden meningen gevormd op basis van gevoel en niet op feiten.”
Dat Nederland volgebouwd wordt met lelijke logistieke ‘dozen’ klopt niet?
“Nee, bij veel mensen, ook in de politiek, leeft die perceptie maar de feiten zeggen iets anders: logistiek en industrieel vastgoed beslaat slechts 0,13 procent van de grond in Nederland. 0,13 procent! Veel distributiecentra staan langs of in de buurt van snelwegen en daardoor ontstaat dat beeld. Wat mooi of lelijk is, is een kwestie van smaak, maar er zijn zeker voorbeelden van dc’s die door een brede groep als mooi gezien worden. Dat van Rhenus Contract Logistics in Tilburg bijvoorbeeld. En ‘dozen’ als het om logistiek en industrieel vastgoed gaat en ‘verdozing’ zijn termen waaraan ik mij ronduit stoor.”
Vanwaar de afkeer van die termen?
“Vanwege de negativiteit die ervan uitgaat. Die woorden impliceren dat er in die gebouwen weinig tot niets aan waarde gebeurt, terwijl het tegendeel het geval is. Buiten dat we ze nodig zijn voor de distributie voor basisbehoeften als eten, drinken, kleding en medicijnen, worden goederen ook steeds vaker – voor een deel – geassembleerd in distributiecentra. Door de problemen in de supplychains tijdens de coronapandemie – en nu ook weer door de Oekraïneoorlog – zijn veel meer bedrijven dat geheel of gedeeltelijk zelf in Nederland gaan doen. Ook worden er in dc’s steeds vaker retourgoederen gerepareerd. Er gebeurt dus veel meer dan alleen op- en overslag. Er wordt ook waarde toegevoegd.”
Lees ook: ‘Kritiek op verdozing is soms wel érg makkelijk’
En dat is te weinig bekend? Ook bij beleidsmakers?
“Ja, wij merken dat bij overheden en bestuur helaas vaak weinig kennis over onze sector is. Om tot een goed ruimtelijk beleid te komen, is dat wel noodzakelijk. Daarom is Dilas opgericht. Als individueel bedrijf is het vrijwel onmogelijk om de politiek te bereiken en mee te praten over de invulling van de ruimte in ons land. Als groep is de kans daarop een stuk groter. Daarom hebben we met een aantal mensen in de sector het initiatief genomen om Dilas op te richten. We richten ons vooral op de koplopers in innovatief en duurzaam logistiek en industrieel vastgoed. Hen willen we bij elkaar brengen en een platform bieden waar zij kennis en netwerken kunnen delen en oplossingen aandragen richting overheden. Oplossingen voor een duurzame ruimtelijke toekomst van Nederland waar voldoende plek is voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid.”
U noemde al assemblage en de reparatie van retourgoederen in dc’s. Welke kennis ontbreekt nog meer bij bijvoorbeeld de politiek over jullie sector?
“Hoe duurzaam we zijn en welke technische innovaties er toegepast worden in distributiecentra en warehouses. Zo is al drie jaar op rij een Nederlands distributiecentrum bij de Breeam Awards uitgeroepen tot duurzaamste gebouw ter wereld. Daarnaast ligt er voor heel wat megawatt aan zonnepanelen op de daken van logistiek en industrieel vastgoed en lopen er allerlei pilots met onder meer smart energy hubs, energieopslag en laadinfrastructuur voor elektrische vrachtwagens. Dat distributiecentra bij de energietransitie een belangrijke rol kunnen spelen, is te weinig bekend.”
U hebt het over technische innovaties. Beperken die zich tot alleen energie en duurzaamheid?
“Nee, zeker niet. Om processen en het gebruik van ruimte te optimaliseren, worden in onze sector allerlei hightechinnovaties toegepast op het gebied van automatisering, robotisering en artificial intelligence. Een deel daarvan is ook toepasbaar in andere bedrijfstakken. Met name branches waar (ook) een chronisch tekort aan personeel is, kunnen daarmee hun voordeel doen.”
Politieke tegenwind is niet het enige probleem waar jullie tegenaanlopen. Wat u net zei – gebrek aan personee – is er ook een. Zijn er nog meer?
(Lachend:) “Heb je een uur? Nee, dat is overdreven, maar er zijn er inderdaad meer. Het grootste is wel het gebrek aan ruimte. Dit terwijl de behoefte daaraan juist sterk is toegenomen de afgelopen jaren. Ik noemde al assembleren. Door de lessen die pandemie ons leerde zijn bedrijven ook grotere voorraden gaan aanleggen en die vergen meer ruimte. Dat geldt ook voor de in de coronajaren enorm gegroeide en nog steeds verder toenemende e-commercemarkt. Een ander groot probleem is het gebrek aan capaciteit op het elektriciteitsnetwerk.”
Nieuwe projecten komen daardoor moeilijk van de grond?
“Heel moeilijk. In mijn werk als director foreign investments & international trade bij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij, BOM, merk ik dat goed. Het is voor buitenlandse bedrijven – en Nederlandse net zo goed – heel lastig om een plek te vinden voor nieuwbouw – met name als het om logistiek gaat. Daarnaast lopen nieuwe plannen vertraging op door de ‘verdozingsdiscussie’ en de stikstof- en energieproblematiek. Ook innovatieve bedrijven, die veel aan research en development doen, lopen vast in hun groei. Die hebben daarvoor tevens logistiek en industrieel vastgoed nodig. Nieuwe innovatieve buitenlandse bedrijven zou ik graag in ons ecosysteem verwelkomen, maar door de schaarse ruimte wordt dat steeds uitdagender. Dat soort bedrijven start vaak met sales en logistiek op de Europese markt. Als je dat niet kunt faciliteren in jouw regio verlies je de mogelijkheid op de groei van die bedrijven naar productie en R&D-activiteiten. Een gemiste kans.”
Er wacht een behoorlijke klus dus voor Dilas. Hoe willen jullie dat aanpakken?
“Zonder maakindustrie en logistiek kan onze economie niet. Die boodschap willen we breed uitdragen. Binnen Dilas brengen we kennis en ervaring over duurzaam, toekomstbestendig en goed ingepast logistiek en industrieel vastgoed bij elkaar. Door die verder te delen, willen we onze sector naar een hoger niveau tillen. Met de overheid willen we om de tafel om de oplossingen te bespreken die wij hebben voor de problemen die ik schetste. Daarbij denken wij onder meer aan functiemenging en functiestapeling. Projecten waarbij zaken als wonen, werken, recreëren, ondernemen, duurzame energie en natuur gecombineerd worden. Gebouwen voor logistiek waarvan bijvoorbeeld een deel bestemd is voor wonen en sporten en waar op het dak een park is gesitueerd. Daarvoor moet wel wet- en regelgeving aangepast worden. Samen met de overheid en andere partijen gaan we hier graag over in gesprek, met als inzet om ruimte te geven aan alles wat belangrijk is in dit land en samen Nederland mooier te maken.”
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bekijk de aanbiedingBent u al abonnee?