“Bijna driekwart van alle ladingen is onjuist gezekerd”

Hogere verzekeringspremie

De gevolgen van verkeerde ladingzekering kunnen groot zijn. Bouwmeester: “Afgevallen lading kan voor lange files zorgen, een vertraagde levering en zelfs schade aan de lading en het voertuig. En dan heb ik het nog niet over een hogere verzekeringspremie of een hoger eigen risico. Ook bij het openen van de achterdeuren gaat het soms mis: gemiddeld vallen er dagelijks drie doden in Europa als gevolg van ontoereikende ladingzekering. Daarbij hangt de lading tegen de achterdeur aan, die vervolgens door het openen van die deur op de chauffeur valt. Dit cijfer benadrukt het belang van correcte ladingzekering en onderstreept de noodzaak van bewustzijn en strikte naleving van de veiligheidsvoorschriften.”

Uitwijkmanoeuvres

Wat houden de regels eigenlijk in? “Ongeacht om welke lading het gaat, is het verplicht en essentieel om de de inhoud van de vrachtwagen adequaat te zekeren.” (Zie kader) Verder denken veel mensen dat alle lading afgedekt moet worden. Bouwmeester wijst erop dat afdekken géén verplichting is, maar is het wel sterk aan te bevelen om dit te doen. “Afdekken biedt namelijk meerdere voordelen, zoals het voorkomen van verlies van lading tijdens het rijden en het beschermen van de lading tegen weersinvloeden.”

Kortom, het is dus van essentieel belang om de materie te kennen. Temeer omdat in de wet over ladingzekering staat wát er moet worden bereikt, niet hóe dit moet worden gedaan.

Versnellings-, vertragings- en opwaartse krachten

Artikel 5.18.6 van de Regeling voertuigen schrijft voor dat de lading of delen daarvan zodanig moeten zijn vastgezet dat ze onder normale verkeerssituaties, ook bij afremmen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek, niet van het voertuig kunnen vallen, of de stabiliteit van het voertuig in gevaar kunnen brengen.
Om hieraan te voldoen, moet de lading of delen daarvan minimaal de volgende versnellings- of vertragingskrachten kunnen weerstaan:
a. in de rijrichting: 0,8 maal het gewicht van de lading;
b. in de zijwaartse richting: 0,5 maal het gewicht van de lading, en bij kantelgevaar 0,6 maal het gewicht van de lading;
c. in de achterwaartse richting: 0,5 maal het gewicht van de lading.
Daarnaast moet de lading zo worden gezekerd dat deze niet van het voertuig kan vallen door opwaartse krachten. De regels gaan ervan uit dat de voertuigstabiliteit pas voldoende gewaarborgd is als de lading zodanig is vastgezet dat de onder a, b en c genoemde versnellings- of vertragingskrachten kunnen worden opgevangen.

Het correct zekeren van lading houdt in dat deze op de juiste manier wordt vastgezet in het voertuig, zodat het niet kan verschuiven of van het voertuig kan vallen. De gevolgen van onjuist vastgesjorde lading kunnen volgens Bouwmeester ernstig zijn. “Dit kan niet alleen schade toebrengen aan het voertuig of de lading, maar ook gevaar opleveren voor de chauffeur en andere weggebruikers. Jaarlijks vinden er meer dan 1.500 ongelukken met vrachtverkeer plaats als gevolg van incorrecte ladingzekering. Dit komt vaak door verkeerd gebruik van spanbanden, overbelasting van sjor-ogen en gebrek aan kennis over de juiste zekeringstechnieken. Het is daarom van groot belang om meer aandacht te besteden aan verbeterde ladingzekering en veiligheid op de weg. Een grondige bewustwording en opleiding zijn essentieel om het aantal ongelukken te verminderen en een veiligere transportomgeving te creëren.”

Verschil in regels

Het probleem voor transportbedrijven is volgens de expert dat de wetgeving over ladingzekering in elk land verschilt. “De wetten van de natuurkunde maken geen onderscheid per landsgrens; een lading staat in Nederland net zo vast of los als in elk ander land. Elk land kan strengere regels opleggen, of simpelweg alle hanteerbare normeringen omzetten in nationale wetgeving, wat bijzondere situaties kan opleveren.”

In vergelijking met Nederland zijn de omliggende landen veel strikter. “België heeft een inhaalslag gemaakt en Duitsland blijft altijd een goed voorbeeld. Het voldoen aan bijvoorbeeld de Nederlandse wetgeving betekent nog niet dat je zonder problemen door heel Europa kunt rijden. Een actueel voorbeeld hiervan is ladingstabiliteit, dat momenteel een relevant thema is.”

Kennis van zaken

Bouwmeester stelt dat je alleen kunt bepalen of de lading voldoende gezekerd is, door berekeningen te maken. “Hiervoor is specifieke expertise nodig, die vaak ontbreekt bij betrokken partijen.”

Al in de beginfase gaat het vaak mis. “Dat komt door een gebrek aan informatie vanuit de opdrachtgever, het aanleveren van een onstabiele lading, het gebruik van een ongeschikte zekeringsmethode of de inzet van een voertuig dat niet geschikt is voor de lading. Zelfs een vracht van slechts tien kilo die niet goed is vastgezet, kan na een remactie bij 50 kilometer per uur met een kracht van 120 kilo naar voren schieten. Dit is levensgevaarlijk!”

Het is volgens de expert dus van vitaal belang om je lading op de juiste manier vast te maken. “Helaas blijkt uit politiecontroles dat dit in de praktijk te weinig gebeurt. Een gespecialiseerde training over ladingzekering kan hierbij uitkomst bieden. Bovendien is het cruciaal om altijd gecertificeerde ladingzekeringsproducten te gebruiken, zoals spanbanden, sjor-ogen, antislipmatten en ladingstangen.”

Hogere verzekeringspremie

De gevolgen van verkeerde ladingzekering kunnen groot zijn. Bouwmeester: “Afgevallen lading kan voor lange files zorgen, een vertraagde levering en zelfs schade aan de lading en het voertuig. En dan heb ik het nog niet over een hogere verzekeringspremie of een hoger eigen risico. Ook bij het openen van de achterdeuren gaat het soms mis: gemiddeld vallen er dagelijks drie doden in Europa als gevolg van ontoereikende ladingzekering. Daarbij hangt de lading tegen de achterdeur aan, die vervolgens door het openen van die deur op de chauffeur valt. Dit cijfer benadrukt het belang van correcte ladingzekering en onderstreept de noodzaak van bewustzijn en strikte naleving van de veiligheidsvoorschriften.”

Uitwijkmanoeuvres

Wat houden de regels eigenlijk in? “Ongeacht om welke lading het gaat, is het verplicht en essentieel om de de inhoud van de vrachtwagen adequaat te zekeren.” (Zie kader) Verder denken veel mensen dat alle lading afgedekt moet worden. Bouwmeester wijst erop dat afdekken géén verplichting is, maar is het wel sterk aan te bevelen om dit te doen. “Afdekken biedt namelijk meerdere voordelen, zoals het voorkomen van verlies van lading tijdens het rijden en het beschermen van de lading tegen weersinvloeden.”

Kortom, het is dus van essentieel belang om de materie te kennen. Temeer omdat in de wet over ladingzekering staat wát er moet worden bereikt, niet hóe dit moet worden gedaan.

Versnellings-, vertragings- en opwaartse krachten

Artikel 5.18.6 van de Regeling voertuigen schrijft voor dat de lading of delen daarvan zodanig moeten zijn vastgezet dat ze onder normale verkeerssituaties, ook bij afremmen, plotselinge uitwijkmanoeuvres en slecht wegdek, niet van het voertuig kunnen vallen, of de stabiliteit van het voertuig in gevaar kunnen brengen.
Om hieraan te voldoen, moet de lading of delen daarvan minimaal de volgende versnellings- of vertragingskrachten kunnen weerstaan:
a. in de rijrichting: 0,8 maal het gewicht van de lading;
b. in de zijwaartse richting: 0,5 maal het gewicht van de lading, en bij kantelgevaar 0,6 maal het gewicht van de lading;
c. in de achterwaartse richting: 0,5 maal het gewicht van de lading.
Daarnaast moet de lading zo worden gezekerd dat deze niet van het voertuig kan vallen door opwaartse krachten. De regels gaan ervan uit dat de voertuigstabiliteit pas voldoende gewaarborgd is als de lading zodanig is vastgezet dat de onder a, b en c genoemde versnellings- of vertragingskrachten kunnen worden opgevangen.