Samen met FNTR (Frankrijk), BGL (Duitsland), NLA (Nordics), Febetra (België), ZMPD (Polen) en FinMobility (Finland) heeft TLN zijn zorgen geuit aan het adres van de onderhandelingsdelegatie. De transport- en logistieke sector heeft volgens de ondernemersorganisaties allereerst duidelijkheid en vervolgens tijd nodig om zich gedegen te kunnen voorbereiden op de nieuwe (handels)relatie tussen het VK en de EU. De moeizame dialoog tussen het VK en de EU doet echter vrezen dat die gewenste duidelijkheid er niet snel komt, waardoor een ‘no deal’ een steeds reëler scenario wordt.

Brexit: liever geen ‘no deal'

Een ‘no deal’ – het resultaat als de VK en EU er definitief niet uitkomen met elkaar – willen de zeven belangenorganisaties koste wat het kost voorkomen, vanwege de verwachte negatieve impact van dit resultaat op de sector. De gevolgen van het coronavirus, in combinatie met een mogelijke recessie, zet volgens hen al een enorme druk op transport- en logistieke bedrijven. Een ‘no deal’ zou deze druk alleen maar doen laten toenemen. 

Vierde ronde

Het verzoek om de overgangsperiode te verlengen, valt net voor de belangrijke vierde ronde van de onderhandelingen tussen het VK en de EU. Inzet van de zeven ondernemersorganisaties is een verlenging van minimaal één maar het liefst twee jaar, om zo voldoende tijd te creëren voor een degelijk (handels)akkoord én de benodigde voorbereiding vanuit de sector.