Het gaat op verschillende punten volledig mis, vertelt Jeroen de Rijcke, secretaris van de TLN-deelmarkt Alliantie Zeecontainervervoerders. "Bij de terminals van APMT MVII en RWG werken ze met tijdsloten, maar die zitten overdag vol. Bij de ECT-terminal zijn de afhandeltijden buitenproportioneel lang. Daarnaast zijn er veel systeemverstoringen of vertragingen, waarvan iedereen de schuld bij een ander neerlegt. Maar uiteindelijk betaalt de vervoerder daar de prijs voor, want hun chauffeurs en wagens staan door al die problemen soms wel uren stil. Die gemaakte kosten zijn voor de transportondernemer, want de terminal betaalt geen wachturen uit."

'Geen beterschap in wachttijden' 

In overleg met de terminals en de haven zijn de vertragingen meermaals aangekaart, maar zonder enig effect. "We hebben keer op keer aangegeven dat dit onwerkbare situaties voor chauffeurs, planners en ondernemers oplevert. Vervolgens wordt er beterschap beloofd, maar verandert er weer niets", aldus De Rijcke. "Er is weinig incentive voor de terminals om dit probleem aan te pakken, want niet het wegvervoer, maar de rederijen zijn hun klant. Als een vrachtwagenchauffeur urenlang stilstaat voelen zij dat dus niet in hun portemonnee, maar de transportondernemers wel. En die zijn er klaar mee om steeds de rekening te betalen."

Minder aantrekkelijk

TLN doet daarom de dringende oproep aan alle partijen binnen de logistieke keten om verantwoordelijkheid te nemen. Iedereen is namelijk gebaat bij een efficiënte logistieke keten, stelt De Rijcke. "Als we op dezelfde voet verdergaan, dreigt de Rotterdamse haven steeds minder aantrekkelijk te worden als mainport, met volumedalingen tot gevolg. En dat gaat iedereen aan. Dus om het tij te keren, moet er snel iets veranderen."